Wat trok jou naar de atletieksport?
“Ik ben begonnen met atletiek op 9-jarige leeftijd. Van huis uit altijd een sportieve jeugd gehad en toen ik de keuze moest maken tussen tennis en atletiek heb ik gekozen voor de diversiteit van atletiek. Dat heeft mij altijd naar de sport getrokken.”
Wat is jouw favoriete onderdeel?
“Polsstokhoogspringen is mijn sterkste onderdeel, nummer 8 en gelijk ook mijn joker. Al geven alle onderdelen, van kogelstoten tot de 1500 meter, een super voldaan gevoel.”
Welke prestatie van de afgelopen jaren staat je nog steeds bij?
“Gotzis, een klein plaatsje in Oostenrijk, is in atletiek en met name meerkamp een toernooi van de buitencategorie. 15.000 toeschouwers staan rijen dik om naar topatletiek te kijken. Daar heb ik 2 x de tweede plaats behaald en 2 x Nederlands record verbroken. Dat is één van de vele mooie herinneringen. Tegelijk heb ik daar ook een minder mooi moment gehad. In 2015, bij de 10e horde, tikt een andere sporter zijn horde om en komt daarbij op mijn baan terecht. Ik blijf achter de horde hangen en loop een flinke blessure op.”
Wat betekenen blessures voor jou?
“Blessures komen altijd op een ongunstig moment. Zodra je een blessure hebt is het belangrijk om niet bij de pakken neer te gaan zitten maar juist te gaan focussen op je herstel. Ik heb het al vaker gezegd, en dit klink misschien een beetje gek, maar blessures hebben ook voordelen. Ze bieden je de mogelijkheid om gericht aan je lichaam te werken en vooruitgang te boeken. Die vooruitgang, daar kan ik van genieten.”
Atletiek vraagt fysieke belasting van je lichaam hoe ga je daar mee om?
“Iedere topsport is een aanslag voor je lijf. Atletiek en zeker tienkamp is heftig, je pleegt eigenlijk in twee dagen roofbouw op je lichaam. Je kan niet voor elk onderdeel een uitgebreide warming-up doen. Je probeert daarom een zo sterk mogelijke basis te hebben en dat doe je door goed trainen, voldoende rusten en de juiste voeding.”
Hoe haal je het maximale uit trainingen?
“Trainen voor de tienkamp is wel iets speciaals, want er zijn zoveel verschillende onderdelen. Springen, sprinten, werpen of stoten in sommige ben je goed in andere ben je minder goed. Je probeert de goede onderdelen nog beter te maken en de minder goede onderdelen ook op niveau te brengen. De trainingsperiode duurt een jaar en de belasting gaat in golven. Je gaat trainen voor een toernooi, neemt vlak daarvoor even om te pieken en gaat vervolgens door naar de voorbereiding voor het volgende toernooi. Dat betekent veel trainen, daarmee een grote basis opbouwen, rust pakken en dan pieken op het toernooi.”
Hoe hebben braces jouw geholpen?
“Ik zie het gebruik van een brace als de ondersteuning die het lichaam nodig heeft, zeker als je bepaalde gewrichten flink belast. Het geeft mij een gevoel van veiligheid, zekerheid en vrijheid om het lichaam te pushen. Ik gebruik de patella, elleboog brace en de polsversteviger bij verschillende onderdelen voor de juiste ondersteuning. Wat ik fijn vind is dat je een brace voor de oefening even stevig kan aantrekken en na de oefening de spanning er weer af.”