Turnen

Naast het toestelgymmen kent de recreatiegymnastiek nog andere onderdelen, zoals ritmische gymnastiek, jazzgymnastiek en aerobics. Bij de ritmische gymnastiek worden lichaamsoefeningen uitgevoerd op muziek, waarbij gebruik kan worden gemaakt van handgereedschappen, zoals ballen, hoepels en knotsen.

In Nederland worden vijf disciplines van de gymnastiek op internationaal niveau in wedstrijdverband beoefend:

•    toestelturnen voor vrouwen en mannen
•    trampolinespringen
•    ritmische sportgymnastiek
•    sports aerobics
•    acrogymnastiek

Enkele blessures die specifiek bij gymnastiek en turnen kunnen voorkomen:

Rug
Rugblessures bij gymnastiek en turnen zijn meestal het gevolg van overbelasting door het veelvuldig herhalen van bewegingen waarbij de rug 'hol' wordt gemaakt, of bij een snelle opeenvolging van bewegingen waarbij de rug afwisselend hol en bol wordt gemaakt. Bij deze bewegingen van de rug treedt met name overbelasting op van het bandapparaat en het spiercorset rond de wervelkolom.
Ter bescherming van herhaaldelijke blessures van de wervelkolom kan een rugbrace uitkomst bieden.

Enkel
De enkel is het gewricht dat het meest geblesseerd raakt bij gymnastiek en turnen. De enkelverstuiking (het geheel of gedeeltelijk afscheuren van de buitenste enkelbanden) komt het

meest voor. Deze is in de turnsport meestal het gevolg van een verkeerde landing. Met name bij landingen waarbij de buitenste voetrand op de rand van de landingsmat of tussen twee landingsmatten in terechtkomt, kunnen ernstige enkelverstuikingen ontstaan. Om de enkel te ondersteunen of te beschermen kan een Push Sports brace een goede oplossing zijn.

Pols
Polsblessures kunnen worden onderscheiden in acute en chronische blessures. Acute polsblessures ontstaan vaak ten gevolge van een val op de uitgestrekte arm. Breuken van het spaakbeen of van een van de handwortelbeentjes kunnen het gevolg zijn. De genezing van deze breuken is in het algemeen traag ten gevolge van een lokaal minder goede doorbloeding.
Chronische polsklachten bij turnen zijn veelal het gevolg van herhaalde zogenaamde stootbelasting, die op de polsen inwerkt bij het opvangen van het lichaamsgewicht op de handen en het steunen op en afzetten van de handen. In eerste instantie ontstaan hierdoor overbelastingsblessures van met name de pezen en het kapsel rond het polsgewricht.
In geval van polsklachten kan, afhankelijk van de aard en de lokalisatie van de polsblessure en afhankelijk van de (over)strekking die in de ellebogen ontstaat, in individuele gevallen worden geadviseerd de handen wat meer naar binnen of verder naar buiten te plaatsen. Naast juiste plaatsing van de handen is het van belang om overstrekking van de polsen tijdens steunmomenten te voorkomen.
Het stabiliseren van de polsen ter voorkoming van overstrekking vergt goed getrainde onderarmspieren. Het dragen van een Push Sports Polsbrace of Push Sports Polsversteviger kan helpen de pols te stabiliseren waardoor het beschadigde weefsel kans krijgt te herstellen. De brace kan ook naast het sporten gedragen worden, direct na het oplopen van de blessure.